Is mijn huis klaar voor mijn toekomst?
Hoe geliefd de zelfgebouwde gezinswoning uit 1976 ook is, Jan en Ria Icking willen eigenlijk wel naar laagbouw. Een kachel, woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer en een overzichtelijke tuin, meer hebben ze niet nodig. Met een woongelukgesprek verkennen ze hun mogelijkheden.
Vijftig jaar. Zo lang wonen ze nu in het huis dat ze lieten bouwen naar eigen smaak. Er groeiden een zoon en dochter op, beiden al een tijd uit huis. Nu wonen ze er met cockerspaniël Olle. Op dinsdagen komt de 10-jarige kleinzoon na school en in vakanties de hele dag. Het gepensioneerde leven bevalt! Jan (83) is fervent modelbouwer, stofzuigt dagelijks en wandelt twee keer per dag een eind met de hond. Ria (75) is secretaris van de Cocker Spaniël
Club, tenniste tot haar recente knieblessure twee keer per week en gaat minstens eens per week fietsen met vriendinnen. Tussendoor spreken ze ook regelmatig af. Wel denken ze na: ‘Wat doen we met ons huis?’ Jan: ‘We hebben in 50 jaar veel veranderd aan ons huis. We maakten bijvoorbeeld een bijkeuken, zodat je niet direct vanaf buiten in de woonkamer staat. Er zit geen deur meer, maar een raam. De ruimte fungeert als een sluis, dat scheelt energie en is inbraakveiliger.’
Met zijn technische achtergrond en de zorgervaring van Ria heeft het echtpaar het huis altijd up to date weten te houden en zijn ze goed voorbereid op hun oudere dag. Er is isolatie, een zuinige ketel, noodlicht, rookmelders, een videodeurbel, noem het maar op. ‘We kunnen een traplift nemen of de bijkeuken laten uitof verbouwen tot badkamer of slaapkamer en dan leven we hier nog een tijd goed,’ vertelt Ria: ‘mijn voorkeur heeft toch levensloopbestendige laagbouw. Het aanbod is alleen niet groot.’ Jan: ‘De wooncoach bevestigt dit. Het lijkt erop dat we voorlopig de mogelijkheden van ons eigen huis blijven benutten. De belangrijkste tip wat dit betreft is dat we ons laten inschrijven bij de woningbouwvereniging.
We zijn dan nergens toe verplicht. Dat was me niet goed bekend.’ Ria vult aan: ‘Ik heb me tijdens het Woongelukgesprek ook meteen aangemeld voor de e-mailnieuwsbrief van de gemeente. Dan ben ik meteen op de hoogte van bouwplannen. Ik wist helemaal niet dat er zo’n nieuwsbrief is.’
De wooncoach bespreekt tijdens het Woongelukgesprek met Ria en Jan onder meer brandpreventie, valpreventie, inbraakpreventie en energiebesparing. ‘We weten nu dat we met de maatregelen die we troffen om hier nog lang te kunnen blijven wonen, op de goede weg zijn,’ vertelt Jan. Ria: ‘We weten nu ook beter bij welke organisaties we moeten zijn voor welke hulpmiddelen en waar je wel en niet voor bij de gemeente terecht kunt.’ Ook het onderwerp digivaardig zijn blijkt nuttig. Jan vindt prima zijn weg op internet, met dingen online regelen waar bijvoorbeeld een DigiD voor nodig is, heeft hij minder: ‘Ria is degene die internetbankiert en online overheidszaken regelt. Ik wil inderdaad wel zorgen dat ik dat zelf ook beter ga beheersen.’ Ria: ‘De wooncoach gaf verschillende mogelijkheden voor cursussen. Bijvoorbeeld bij de bibliotheek.’ Het koppel is met name ook blij met de tip van de wooncoach over het levenstestament. Daarin leg je vast wie de belangrijke beslissingen voor je mag nemen op het moment dat het je zelf niet meer lukt. ‘We hebben wel een testament, over een levenstestament hebben we nog nooit goed nagedacht. Dat gaan we nu in orde maken. Als er met één van ons iets gebeurt is het goed om vastgelegd te hebben wie dan in diens plaats mag beslissen over geld of medische en persoonlijke dingen.’
‘Aarzel niet om een Woongelukgesprek aan te vragen’ vinden ze: ‘Al denk je dat een heleboel dingen wel bekend zijn, het is nuttig om te weten waar je terecht kunt, welke hulpmiddelen er zijn en welke organisatie kunnen helpen om langer, met plezier en veilig thuis te kunnen blijven wonen.’